Dagboek van de laatste week

 

Ook in Zuid-Afrika hebben we helaas te maken met Covid-19, het Coronavirus. In eerste instantie lijkt het hier nog mee te vallen en gaat het gewone leven door. Wel merk ik dat steeds meer mensen elkaar ‘elleboogdrukkies’ geven en dat er dus door sommige mensen bewust mee om wordt gegaan. Op dit moment lijkt het nog geen noodzaak om terug naar Nederland te gaan. Wel stoppen we met de groepsactiviteiten die er gepland stonden en volgen hiermee het advies van de president op.

 

Toch lijken veel mensen ook nog niet te beseffen hoe ernstig het is. Alles wat ik kan doen is keer op keer weer uitleggen hoe gevaarlijk het kan zijn en dat het echt belangrijk is om je niet, of in ieder geval zo min mogelijk, tussen andere mensen te begeven.

 

23 maart

 

De president kondigt ’s avonds een lockdown aan die vanaf 26 maart 23.59 in gaat en 21 dagen gaat duren. Door een vriend hier in Zuid-Afrika die wel tv kan kijken en even later door Ton word ik hiervan op hoogte gesteld. Even staat de wereld op zijn kop. Moet ik dan echt morgen al terug naar Nederland? En de mensen hier achterlaten in een onzekere situatie? Oom Klaas is op dat moment al naar bed, met Marcus en Meissie praat ik nog wat na. Morgen maar een plan maken.

 

24 maart

 

Echt veel heb ik niet geslapen. Meissie gaat naar haar werk, samen met Oom Klaas, Marcus en Kaylene gaan we naar Die Vlinder. Zo heb ik rustig de tijd om alles uit te zoeken en mijn opties af te wegen. Ook hoef ik mijn, mogelijk laatste dag, dan niet alleen te zijn. De enigste vluchten die woensdag of donderdag nog vertrekken zijn vluchten met 3 overstappen in landen waar het virus al ver verspreid is. Uiteindelijk besluiten we, samen met Ton en mijn ouders dat de beste optie lijkt dat ik op Die Vlinder gaan verblijven. Niet alleen ik, maar samen met Oom Klaas, Marcus, Meissie en Kaylene. Dit is voor mij het veiligste en dan kan ik hopelijk voor hun ook veiligheid bieden door ze niet in Ritchie achter te hoeven laten. Opgelucht gaan we terug naar Ritchie. We hebben lekker gegeten en als we elkaar net een goede nacht gewenst hebben belt Ton weer. We mogen niet op Die Vlinder slapen van de eigenaar van de grond. Ik wel, maar zij niet. Dit is opnieuw een harde klap, en komt misschien nog wel harder aan dan de vorige. Alleen op Die Vlinder blijven is geen optie, mocht er iets gebeuren met mij, dus moet ik toch terug naar Nederland. De eerst mogelijke vlucht is vrijdagnacht, dus deze hebben ze voor mij geboekt. Helemaal verward en verbaasd en vol vragen, zeggen we toch maar welterusten, maar erg veel zal ik niet slapen.

 

25 maart

 

Slapen kun je het niet noemen, maar ik ben de nacht doorgekomen. Waar ik eerst dacht een paar mensen waar ik lief voor ben te kunnen helpen, moet ik ze nu achter laten in onwetendheid. Waar wij verblijven is geen stroom, ik zal dus zodra hun telefoons leeg zijn geen contact met ze kunnen houden. Ze kunnen niet werken en hier is de regel: no work, no pay. Veel vragen en zorgen komen in me op, maar ik moet sterk blijven, ik voor hun en zij voor zichzelf. Hopen en vertrouwen is het enigste wat we kunnen doen op dit moment. Ik neem afscheid van hun, Oom Klaas kan ik geen drukkie meer geven, uit veiligheid; Marcus, Meissie en Kaylene gelukkig wel. Daarna naar Ma Modupi, ook hier geen drukkie, maar wel een hoop emoties. Vervolgens langs Elbé, hier hetzelfde verhaal. En dan naar Die Vlinder. Al mijn spullen liggen nu namelijk hier. Het eten heb ik in Ritchie achter gelaten, zodat ze in ieder geval even vooruit kunnen. Als alles ingepakt is en ik klaar ben om naar Bloemfontein te gaan, waar ik vannacht zal slapen, besluit ik nog een paar minuten te rusten. Dit werd iets langer want door de vermoeidheid ben ik in slaap gevallen. Contact met thuis gehad en besloten dat ik vannacht nog hier slaap en morgen bijtijds naar Bloemfontein toe ga.

 

26 maart

 

Rustig opgestaan en gelukkig weer een klein beetje meer energie, al zijn mijn emoties nog steeds een rollercoaster. Als ik net een paar minuten op weg ben belt mijn vader mij op. De vlucht is gecanceld. Ik draai om en rij terug naar Die Vlinder. Ton, mijn vader en ik bellen met allerlei mensen en instanties om te kijken wat we kunnen regelen. Meld mij toch maar aan bij ‘bijzondere bijstand buitenlanders’. Ton krijgt mijn vlucht verzet naar volgende week woensdag. Ik bel nog met Nadia, een vriendin van Ton die een hoge functie heeft bij de politie, omdat de ambassade mij niet op alles een antwoord kan geven. Zij is heel duidelijk: vanaf donderdagnacht gaat alles op slot. Niemand komt het land in en uit, niemand gaat de weg op als dit niet noodzakelijk is. Geen uitzonderingen, geen excuses. Met dit in mijn achterhoofd rij ik naar Bloemfontein, 200km. Hier aangekomen krijg ik de melding dat ook de verzette vlucht geannuleerd is, precies wat Nadia al zij. De rest van de dag ben ik bezig om de huurauto te verlengen, totdat ik breek en van vermoeidheid in slaap val.

 

27 maart

 

Dag 1 van de lockdown. Johan en Martie, die mij in Bloemfontein opvangen, zijn erg lief en zorgen goed voor me. Ik zit hier veilig. Alles wat ik nou kan doen is wachten tot Buitenlandse Zaken misschien iets kan regelen en anders is het wachten tot de lockdown voorbij is. Het gaat het ene moment beter dan de andere, ik kan af en toe nog bellen met de mensen in Ritchie, wat me goed doet. Ik slaap gewoonlijk heel weinig, maar nu ontkom ik niet aan middagdutjes… Moet het voorlopig maar nemen zoals het komt, gelukkig heb ik alle tijd. Ik kan niet wachten tot dit voorbij is en ik de mensen in Ritchie weer in mijn armen kan sluiten.

 

[wpbgallery id=5956]